Versie 1
1 september 2015
2.1
Het onderhavige reglement wordt voor het examen meegedeeld aan de kandidaten.
2.2
De stof voor elk examengedeelte wordt vastgesteld door de examencommissie; deze laatste deelt de examenstof mee aan de opleidingsinstellingen. Deze stof houdt rekening met het koninklijk besluit en zijn bijlagen.
2.3
Het examen kan afgelegd worden voor het basisgedeelte, of voor het tankgedeelte, of voor de gedeelten basis en tanks.
2.4
De examens die tot doel hebben om het geldigheidsbereik van het opleidingsgetuigschrift uit te breiden tot het tankgedeelte mogen gedurende de volledige geldigheidsduur van dit getuigschrift afgelegd worden. De vervaldatum blijft evenwel dezelfde als die van het getuigschrift dat men wenst uit te breiden.
3.1
Het examencentrum roept de kandidaten op:
3.1.1
Die ingeschreven is bij examencentrum en het inschrijvingsrecht betaald heeft;
3.1.2
Waarvoor het examencentrum een volledig aanmeldingsformulier met pasfoto heeft ontvangen;
3.1.3
Die de opleiding gevolgd hebben voor het (de) examengedeelte(n) dat (die) men wenst af te leggen;
3.2
Op de dag van het examen, meldt de kandidaat zich met zijn identiteitskaart, zijn opleidingscursus in het formaat van de uitgever en, desgevallend, zijn opleidingsgetuigschrift.
3.3
Bij een verlenging mag de kandidaat alleen het (de) examen(s) afleggen voor dewelke zijn opleidingsgetuigschrift geldig is.
4.1
De administratieve inlichtingen moeten voor de aanvang van het examen verstrekt worden door de verantwoordelijke voor het examen. De documentatie is beperkt tot zijn opleidingscursus vrij van aantekeningen in het formaat van de uitgever. Tijdens het examen mogen de kandidaten zich niet met elkaar in verbinding stellen.
4.2
Kandidaten die zich meer dan dertig minuten na het aanvangsuur van het examen aanbieden, mogen niet aan het examen deelnemen.
4.3
De kandidaten moeten op voldoende afstand en minimum 0,80 m van elkaar kunnen worden geplaatst. De plaatsen worden aangewezen door een vertegenwoordiger van het examencentrum.
4.4
Een kandidaat mag de zaal slechts verlaten na teruggave, aan de bevoegde toezichter, van al de documenten tenzij dit anders vermeld is, en dit ten vroegste na 30 minuten.
4.5
De kandidaten moeten, op straffe van onmiddellike uitsluiting, complete stilte respecteren. Zij mogen enkel gebruik maken van hun opleidingscursus(sen), die vrij van aantekeningen en in het formaat van de uitgever zijn.
4.6
De kandidaat die de orde verstoort (bv.: het maken van beledigingen, verbale of fysieke bedreigingen, fysieke aanvallen, enz...), die fraudeert of tracht te frauderen, wordt onmiddellijk uitgesloten aan het examen.
4.7
Indien de fraude pas later aan het licht komt wordt zijn examen als ongeldig beschouwd. In het geval van wanordelijk gedrag, fraude of poging tot fraude, wordt een rapport opgesteld door de verantwoordelijke voor het examen en samen met de resultaten, verzonden aan het secretariaat van het examencentrum.
4.8
Het examencentrum bezorgt binnen de drie dagen na ontvangst, dit rapport aan de secretaris van de examencommissie.
4.9
In geval van fraude mag de kandidaat pas opnieuw deelnemen aan het examen na schriftelijk toestemming van de examencommissie.
4.10
In het geval van fraude dient de kandidaat zijn cursus waarvoor hij zich aanmeldde opnieuw te volgen opdat hij zijn examens opnieuw mag afleggen.
4.11
In het geval van wanordelijk gedrag, kan de verantwoordelijke voor het examen beroep doen op handhaving.
4.12
Naast de in punt 4.6 vastgestelde uitsluiting zal de examencommissie beslissen over de sanctie die toegepast zal worden.
4.13
De toezichters mogen zich niet met andere taken bezig houden tijdens hun toezicht. Eén toezichter is aanwezig per groep van 50 kandidaten.
4.14
Het gebruik van elektronische middelen, met uitzondering van een eenvoudig rekentoestel is verboden.
4.15
Buiten de kandidaten, de leden van de examencommissie en het personeel van het examencentrum mag niemand het examenlokaal betreden. De kandidaten die hun examen beeindigd hebben moeten onmiddellik dit lokaal verlaten, maar ten vroegste dertig minuten na het begin van het examen.
4.16
Voor elk examengedeelte worden ten minste vier verschillende vragenlijsten verstrekt. Twee aanpalende plaatsen mogen niet over eenzelfde vragenlijst beschikken.
5.1
Een kandidaat die alleen slaagt voor één examengedeelte, is vrijgesteld voor dit gedeelte bij een nieuw examen. Deze vrijstelling is vijf jaar geldig.
5.2
De in 3.2 voorziene documenten zijn vereist bij een nieuw examen.
5.3
De vervaldatum van een certificaat dat in dit geval bekomen werd, houdt rekening met de datum van het slagen voor het basisgedeelte van het examen of met de vervaldatum van het lopende opleidingsgetuigschrift.
6.1
De verbeteraar moet duidelijk zijn naam vermelden op de door hem gecorrigeerde examens.
7.1
Het examencentrum deelt de resultaten zo snel mogelijk schriftelijk mee aan de kandidaten.
7.2
Het examencentrum overhandigt de rapporten bedoeld in 4.7. aan de secretaris van de examencommissie. De secretaris bewaart deze gedurende ten minste zes jaar.
7.3
Het examencentrum bewaart de verbeterde examens gedurende ten minste zes maanden.
7.4
Het examencentrum brengt de nodige gegevens over aan de bevogde overheid, om op basis daarvan een ADR-opleidingsgetuigschrift te kunnen uitreiken.
7.5
De kandidaten waarvan het examen ongeldig verklaard werd op basis van punt 4.7, worden daar door de examencommissie via een aangetekend schrijven op de hoogte van gebracht, en dit ten laatste vijftien werkdagen na het ontvangen van het rapport. De kandidaat kan pas een geldig examen afleggen nadat hij deze beslissing heeft ontvangen.
8.1
In de in punt 4.7. voorziene gevallen, hebben de betrokken kandidaten vanaf de datum dat deze beslissing hun werd medegedeeld, gedurende één maand het recht om het in punt 4.7. beoogd rapport in te zien. De inzage van dit rapport gebeurt op een door een lid van de examencommissie gekozen plaats en in het bijzijn van dit lid.
8.2
De kandidaten die niet geslaagd zijn, hebben gedurende één maand vanaf de datum dat dit hun werd medegedeeld, het recht hun examen in te kijken bij het secretariaat van het examencentrum.
8.3
Uiterlijk 14 dagen na afloop van de in punt 7.1 en 7.2 vastgestelde termijnen, kunnen de in 7.1 en 7.2 vernoemde kandidaten schriftelijk een klacht indienen bij de examencommissie. Deze laatste neemt een beslissing binnen de 60 dagen volgend op de datum van de ontvangst van de klacht, en deelt ze onmiddellijk per aangetekend schrijven en met motieven omkleed mee aan de klager.